Over het algemeen speelt er bij huiselijk geweld en kindermishandeling een dynamiek van geweld. Hieronder op een rijtje wat die dynamiek is, waar je rekening mee moet houden in de hulpverlening en wat de risico’s van zo’n dynamiek zijn op jou als hulpverlener.


Wat is het

Dynamiek is een woord voor beweging of voor de wisselwerking van verschillende componenten. Bijvoorbeeld tussen hard en zacht en snel en langzaam in een muziekstuk. Het is een dynamisch muziekstuk wanneer er veel afwisseling is.


De dynamiek in een gezinssysteem gaat over de wisselwerking tussen ouders, tussen ouders en kinderen en tussen kinderen onderling. Het gaat over de beweging in de interactie.


Een specifieke dynamiek is die van geweld. In een geweldsdynamiek gaat het over de wisselwerking tussen macht en onmacht. De rollen die bij deze dynamiek horen zijn die van een dader en een slachtoffer.


Op het eerste gezicht lijkt het een duidelijk verhaal:


·     Het slachtoffer is degene die zich machteloos voelt en niet op kan tegen de dader. Degene die overgeleverd is aan de ander die hen fysiek of psychisch pijn doet en de macht heeft.

·     De pleger is de baas, is degene die het slachtoffer pijn doet, onderdrukt, uitbuit, manipuleert of angst aanjaagt. Kortom een pleger heeft de macht en het slachtoffer is de machteloze.

De dynamiek is echter veel complexer. Vaak zijn plegers ook slachtoffer en slachtoffers ook pleger. Zo’n rol is een overlevingsstrategie of een coping mechanisme. Op het moment dat een relatie niet veilig is stappen mensen in een overlevingsstrategie. Vaak zijn er triggers aan te wijzen als verslaving, psychiatrische problematiek, schulden, etc. Wanneer mensen in de rol van pleger of slachtoffer zitten zijn ze niet veilig en ontspannen, ze zitten dan in een overlevingsmodus.


Intergenerationele overdracht


Een rol, of het gedrag dat daarbij hoort, wordt door mensen (onbewust) gelegitimeerd vanuit intergenerationele overdracht. Dat gaat over de familiegeschiedenis, culturele aspecten, aangeleerde normen, waarden en overtuigingen en ‘de emotionele DNA’.


Je kan zeggen dat je geboren wordt met karaktereigenschappen en dat je in je gezin leert hoe je met die eigenschappen omgaat.


VB: Een man bleef zijn ex stalken. Toen hem de vraag werd gesteld waarom hij dit deed antwoordde hij: ”Mijn vader deed hetzelfde bij mijn moeder en kreeg haar toen terug.”

 

·     HG/KM gaat over patronen en niet over afzonderlijke incidenten. Een incident maakt over het algemeen deel uit van een langer lopend patroon. Dus wanneer je alleen op het incident ingaat is dat een gemiste kans.


·     Wanneer de aanleidingen of triggers voor HG/KM worden aangepakt, zoals bijvoorbeeld de verslaving of de schulden, houdt het HG/KM niet automatisch op, het haalt alleen de tijdelijke spanning weg. Er zal ook een aanpak moeten worden ingezet voor de dynamiek die speelt.


·     De rollen die je ziet van pleger en slachtoffer, zijn het topje van de ijsberg. Daaronder vind je schaamte, schuld, trots, angst om de kwetsbare kant te laten zien en de ware behoeftes die mensen hebben. Zolang daarin niets veranderd zal het heel moeilijk zijn om uit de dynamiek te stappen. Die dynamiek geeft namelijk een gevoel van veiligheid, hoewel dat bijna niet te begrijpen is wanneer je mensen alleen maar in hun rol en het bijbehorende gedrag bekijkt. 


·     Kinderen maken altijd deel uit van de dynamiek, of ze nu wel of niet aanwezig zijn bij het geweld. Je ziet dan ook dat kinderen vaak gaan proberen de boel te de-escaleren, sussen of juist acting-out gedrag vertonen om de geweldsdynamiek die speelt (onbewust) te doorbreken.


·     Omdat we allemaal mensen zijn en allemaal overlevingsstrategieën hebben (uitzonderingen daargelaten), zijn we er allemaal gevoelig voor om in de dynamiek meegezogen te worden waardoor er parallelle processen kunnen ontstaan. De overdrachtsrollen die het vaakst voorkomen bij HG/KM zijn:

·     Blaming the victim: Je vindt dan dat het ook wel de eigen schuld is van een slachtoffer dat ze in deze situatie zit.


·     Medeslachtoffer: Je voelt je dan ook machteloos om iets aan de situatie te doen. Je denkt dat dat komt door externe factoren zoals niet meewerkende Instellingen of beleid.


·     Superieure professional: Jij weet wat goed is voor iedereen want jij hebt er immers verstand van.


·     Rationaliserende professional: Je aanpak wordt bepaald door de systeemwereld (regels en protocollen) en niet door wat nodig is in een situatie. Je zegt vaak: ”dat is niet van mij.”


·     Redder: Jij gaat het slachtoffer redden uit de positie waarin ze zich bevindt en je voelt je verantwoordelijk voor de situatie.


Hoewel ze vaak begrijpelijk zijn, zijn bovenstaande rollen niet helpend. Ze houden de dynamiek die speelt juist in stand. Wanneer je een duidelijke mening hebt over personen of wat goed en fout is in een zaak, is er een grote kans dat je in een overdrachtsrol zit en is het handig om in intervisie even kritisch naar jezelf te kijken.

Als hulpverlener maak je automatisch deel uit van de dynamiek. Het is dan zaak dat je bewust bent van de dynamiek en je eigen rol, zodat je ook bewust kunt reageren vanuit je professie.


Je bent niet alleen maar toeschouwer, want je wil ervoor zorgen dat de dynamiek verandert, dus je stapt in die dynamiek, of je gaat met die dynamiek aan de gang. Je wordt je bewust van je eigen rol door op jezelf te reflecteren en daarbij eerlijk te zijn over je eigen kwetsbaarheden.


Wanneer je een duidelijke mening hebt over gezinsleden, dan is jouw overtuiging leidend en misschien niet professioneel. Wanneer je hevige emoties hebt over een casus (weerzin, of juist medelijden) dan zijn jouw emoties leidend en misschien niet professioneel. Als je je hier bewust van bent kun je je meningen en emoties juist als een signaal voor jezelf gebruiken die je informatie kunnen geven over een casus. Het is dan belangrijk dat je niet op de inhoud van je overtuigingen en emoties ingaat, maar dat je uitzoekt wat ze betekenen. Hiervoor is het nodig om even pas op de plaats te maken. Ook wanneer je veel stress of spanning ervaart in een casus is het zaak om te bekijken wat dit zegt over de dynamiek.


·     Een professionele houding bij huiselijk geweld is die van meervoudige partijdigheid. Je ziet beide kanten en gaat niet achter één van de twee kanten staan. Dit lukt je alleen wanneer je zelf niet in een overdrachtsrol zit. Daarom is het nodig dat je je eigen rollen kent en bespreekbaar laat zijn in intervisies en casuïstiek. Dus doe aan zelfreflectie.



·     Meervoudige partijdigheid betekent overigens niet dat je niet handelt. Maar dat doe je dan ten behoeve van de veiligheid.

·     Een professionele houding bij kindermishandeling is dat je het kind centraal zet en ervoor zorgt dat er goed naar het kind geluisterd wordt en dat het wordt meegenomen in de stappen van het plan van aanpak.


·     Ga aan de gang met de dynamiek en niet met de schuldvraag. Iedereen maakt deel uit van de dynamiek. De schuldvraag vergroot juist de dynamiek.


·     Discussies kunnen ontstaan doordat iemand het geweld gaat goedpraten of de schuld bij het slachtoffer legt: “Zij daagde me uit” of “Dit is bij ons normaal.” Om deze discussies in een later stadium te vermijden is het van belang om in een vroeg stadium gezamenlijk de afspraak te maken dat geweld niet ok is. Check of iedereen het hier mee eens is, zodat je commitment hebt. In een discussie kan je terugvallen op die afspraak en uitleggen dat de bedoeling is om te voorkomen dat er nog geweld gebruikt wordt en om ervoor te zorgen dat het voor iedereen veilig is.


·     Volg de aanpak HG/KM, dus de gefaseerde ketenaanpak waarbij je vroeg start met veiligheidsafspraken, en je verder risicogestuurd en herstelgericht plannen van aanpak en hulpverlening inzet.


·     Doe geen aannames, maar zoek zaken grondig uit. Zorg dat je weet wat de dynamiek drijft, wat de triggers zijn en wat de patronen zijn. Waar komt de onveiligheid vandaan? Wanneer de pleger bijvoorbeeld een persoonlijkheidsprobleem heeft en sadistisch is, zul je andere stappen moeten nemen dan wanneer een dader vanuit onmacht reageert.


·     Zorg dat je altijd oog hebt voor de kinderen. Zorg dat er ook met de kinderen zelf wordt gesproken en naar hen wordt geluisterd.

Dr. Katinka Lünneman, onderscheidt 5 profielen binnen huiselijk geweld, waarin verschillende dynamieken spelen.  Deze profielen sluiten elkaar overigens niet uit en kunnen in de praktijk in elkaar overlopen. Ze geven een herkenbaar beeld. Dit helpt bij het begrijpen van wat er speelt. In elk profiel staat andere problematiek op de voorgrond. Onder 'partnergeweld' maken we ook onderscheid tussen Situationeel Partnergeweld en Intiem Terreur.


1.      Intiem terreur


Bij ‘intiem terreur’ is er sprake van machtsverschil tussen de partners. Eén partner, meestal de man, oefent dwang en controle uit op zijn partner. Door vrijheid te beperken, haar te isoleren en door het gebruik van, vaak ernstig, geweld, ook seksueel. Het slachtoffer en de kinderen voelen zich continu bedreigd en onveilig. De dynamiek gaat vooral over macht.


2.    Gezin in stress


Bij het profiel ‘gezin in stress’ staat centraal dat er een hoge mate van stress is door een opeenstapeling van factoren. Dit leidt herhaaldelijk tot conflicten waarbij (ernstig) geweld ook van twee kanten kan komen. Regelmatig gaat dit samen met alcoholmisbruik bij een van de partners. De kinderen kunnen slachtoffer en getuige zijn. De dynamiek gaat vooral over onmacht.


3.    Langdurige zorg


In het profiel ‘langdurige zorg’ staat op de voorgrond dat één of beide partners vanwege een beperking of psychische problemen langdurige zorg nodig heeft. In deze gezinnen kan ook geweld tussen partners een rol spelen. Daarnaast is er door de problematiek van ouders vaak een onveilige opvoedsituatie voor de kinderen en komt verwaarlozing vaak voor. De dynamiek gaat vooral over afhankelijkheid.

4.    Kindgedrag en opvoedstress



In het vierde profiel gaat het vooral om kindgedrag en opvoedstress. De (ernstige) gedragsproblemen van kinderen kunnen een reactie zijn op het geweld in huis of komen voort uit aangeboren problematiek. Het gedrag kan ook geweld veroorzaken tussen beide ouders onderling, of tussen ouder en kind. Er is veel opvoedstress en onveiligheid voor gezinsleden. De dynamiek gaat vooral over onmacht.


5.    Complexe conflictscheidingen


Het kenmerk van het profiel ‘complexe conflictscheiding’ is dat de problemen vooral rond de omgang spelen na echtscheiding. Na de scheiding is er met name geweld en een juridisch gevecht om de kinderen. Kinderen hebben last van conflicten van ouders. De dynamiek gaat vooral over vechten.

Share by: