Wat je altijd wilt weten:

• Wat is het onderliggende patroon? 

• Wat en wie zijn de triggers?

• Wat is de dynamiek binnen dit systeem?

• Hoe wordt de dynamiek aan de gang gehouden?

• Hoe staat het systeem ten opzichte van het netwerk?

• Welke hulpverlening is al aanwezig (geweest)?

Hoe je daarachter komt:

Patroon

• Zoek uit hoe vaak, hoe lang, wat voor en op welke manier er geweld plaatsvindt.

• Welk terugkerend patroon zie je terug? (Dit kun je ook later bekijken wanneer je meer in beeld hebt van leefgebieden, triggers en dynamiek.)

Triggers

• Welke problemen zijn er op de verschillende leefgebieden?

• Welke problemen (en mensen) fungeren als trigger voor de dynamiek.

• Wat is de impact van die trigger?

Dynamiek

• Welke rol heeft iedereen binnen het systeem?

• Wat zijn de gevolgen van die rollen en hoe houden zij het patroon en de dynamiek in stand?

Beeld van familie, netwerk en andere hulpverlening

• Stel open vragen en vraag feitelijk door.

Wat je wilt van het systeem is:

• Samenwerking

• Commitment

• Openheid van zaken of een acceptabele verklaring waarom dit niet kan (bv: moeite met vertrouwen in verband met trauma).

• Een werkrelatie

Dat bewerkstellig je door:

• Een open en oprecht geïnteresseerde houding, zonder oordeel. 

• Duidelijke afspraken maken

• Open en duidelijke communicatie. Zaken in gezamenlijkheid beslissen en ondernemen, niet eenzijdig als hulpverlener tenzij risico op gevaar een rol speelt.

• Het gezin als uitgagspunt te nemen in je aanpak (in plaats van tijdsdruk etc.)

• Samenwerking, commitment, openheid van zaken en een professionele werkrelatie te bieden.

• Weten waar je mee bezig bent en kennis van zaken hebben of de kennis weten te vinden.

                 Instrumenten:

• Gesprekstechnieken
• Concrete vragen stellen
• 3 huizen
• Impactvraag
• Het veilige huis
• Lirik of Larij
• Genogram, sociogram
• Bolletjesschema