Wat is het

Bij huiselijk geweld wordt er vaak vanuit gegaan dat de man de pleger is en de vrouw het slachtoffer. Jef Slootmaeckers en Lieven Migerode schrijven in hun boek 'Partnergeweld en Emotionally Focused Therapy, vechten voor de liefde':

"Steeds meer onderzoek toont aan dat gepolariseerd denken over geweld voor het overgrote deel van partnergeweld niet correct is. In de dagdagelijkse werkelijkheid zien we immers heel veel wederzijds geweld. Geweld van mannen én vrouwen, in zowel hetero- als holebi-relaties. Kenmerkend in het werken met koppels is dat beiden zich slachtoffer voelen en tegelijkertijd makkelijk toegeven dat ze zelf gewelddaden plegen. Als we blijven vasthouden aan het gepolariseerd denken over partnergeweld zullen we onderliggende complexiteit van deze thematiek nooit goed omarmen."


Bij situationeel geweld, waar zij in hun boek op door gaan, blijkt uit onderzoek dat bijna net zoveel vrouwen geweld gebruiken als mannen.

Bij intiem terreur zie je, voor zover we weten, overwegend mannelijke plegers.




Plegerprofielen

Er zijn verschillende type plegers. Zo zijn er plegers die alleen thuis gewelddadig zijn, maar ook plegers die buitenhuis agressief zijn. In ‘Partnergeweld, achtergrond en risicofactoren’ van Katinka Lünnemann en Rianne Verwijs, wordt een onderverdeling gemaakt tussen:

  • Plegers in het normale spectrum

    • Introverte, overgeremde plegers. Zij zijn vaak afhankelijk en komen bij stress tot uitbarsting.


    • Extraverte, narcistisch krenkbare plegers. Zij zijn vaak dominant, theatraal en snel gekrenkt.


  • Plegers in het pathologische spectrum

    • Cyclisch, emotioneel labiele plegers (borderline, PTSS). Zij hebben vaak twee gezichten, zijn buitenshuis aardig en charmant maar thuis snel geïrriteerd en boos. Zij voelen gevaar bij nabijheid of afstand, voelen zich dan verlaten of juist verzwolgen. Zij stellen vaak onrealistische eisen aan de relatie en houden hun partner verantwoordelijk voor hun mistroostigheid.


    • Psychopathische pleger. Zij zijn algemeen gewelddadig, dus ook buitenshuis. Zullen eerder wapens gebruiken dan met vuisten slaan. Zij zijn in een conflict direct intimiderend, vernederend en dreigend. Worden woedend wanneer de partner controlerend gedrag vertoond. Zij hebben een gemis aan emotioneel reactievermogen en gemis aan geweten. Er is een onvermogen om een realistisch toekomstscenario te denken. 


    Onder plegers van intiem terrorisme vinden we zowel de mannen die in het algemeen gewelddadig zijn als de zogenaamde afhankelijke intieme terroristen, ofwel het antisociale type als het afhankelijke type pleger. 


    De mannen die in het publieke domein ook geweld plegen hebben vaak een antisociale persoonlijkheid, terwijl de afhankelijke, intieme terrorist alleen thuis geweld gebruikt. Deze laatste groep is in hoge mate afhankelijk van de partner en erg jaloers. Wat deze type plegers met elkaar gemeen hebben is dat ze impulsief zijn, het gebruik van geweld normaal vinden, een negatieve houding hebben ten aanzien van vrouwen en vaak een traditioneel beeld van man-vrouwverhoudingen hebben.


    Overigens blijkt dat het afhankelijke type vaker bereid is een behandeling af te ronden (38%) vergeleken met het antisociale type. Meer in het algemeen geldt dat vooral plegers die zich erg controlerend gedragen zich vaak aan behandeling willen onttrekken.


Wat doe je altijd

·     Veiligheid is eerste uitgangspunt. Let daar vooral op bij plegers in het pathologische spectrum.


·     Bij situationeel geweld ga je uit van systeemtheoretische principes. Zowel pleger als slachtoffer maken deel uit van de dynamiek. Plegers zijn ook slachtoffer en                        slachtoffers zijn ook pleger. Het praten in termen van plegers en slachtoffers maakt dat mensen zich vaak niet zullen herkennen in de aanpak of dat de rollen worden              versterkt en daarmee de dynamiek in stand houdt. Betrek beide (of meer) partijen dus bij het plan van aanpak, wanneer dat niet door veiligheidsrisico’s wordt belemmerd.


·     Zorg dat alle partijen de hulpverlening geboden krijgen die zij nodig hebben.


·     Heb ook aandacht voor plegers wanneer zij in detentie zitten. Kijk of er een mogelijkheid is om hen toch te betrekken bij de aanpak.

Mogelijk vervolg

Hoewel we op deze site graag meegaan met een gender-inclusieve benadering, willen we toch ruimte besteden aan huiselijk geweld vanuit een genderperspectief, omdat daar een aantal werkbare interventies te vinden zijn voor koppels die zich totaal identificeren met het man- en vrouw-zijn zoals dat door de maatschappij of omgeving wordt veronderstelt te zijn (zie man-box en vrouw-box verder uitgelegd). Juist ook omdat deze interventies tot doel hebben om het veronderstelde onderscheid te overbruggen.

Jens van Tricht heeft een gender sensitieve aanpak die vooral geschikt is voor plegers in het ‘normale spectrum’:


Waar het verschil tussen mannen en vrouwen vaak werd aangeduid met sekseverschillen, wordt tegenwoordig vaker het woord gender gebruikt. Sekse wijst voornamelijk naar de biologie terwijl gender ook verwijst naar culturele normen, waarden en opvattingen.


In de meeste onderzoeken die kijken naar sekse en gender komt naar voren dat de verschillen tussen mannen en vrouwen veel minder aanwezig zijn dan we vaak denken. Wel wordt er vanuit die onderzoeken vaak doorgegaan op de relatief kleine marge waarin de verschillen zich bevinden in plaats van de grote groep die helemaal niet van elkaar verschilt. Dit onderstreept voortdurend het idee dat er een groot verschil is tussen mannen en vrouwen terwijl dat in werkelijkheid niet zo is.


Het idee dat er wel een groot verschil is tussen mannen en vrouwen ligt aan de basis van regels in culturen en religies. Hele maatschappelijke structuren zijn gebouwd op deze vermeende verschillen. Er is een beeld van wat mannelijk is en wat vrouwelijk is. Voor beide seksen betekent dit beperkingen. Wanneer je als vrouw niet aan het beeld, van wat een vrouw moet zijn, voldoet ben je een manwijf, onaantrekkelijk, krijg je nooit een partner of ben je lesbisch.


Maar ook voor mannen geldt dit. De ‘box’ waar je in moet passen om als een man serieus genomen te worden is zeer beperkt. Wanneer je als man niet voldoet aan dat plaatje, of zogezegd niet in de the man-box past, worden je onmiddellijk allerlei niet-mannelijke eigenschappen toegeschreven, die als minder waard, of ondergeschikt aan mannelijkheid worden gezien.

Wat moet je in ieder geval weten, waar moet je op letten

Hoewel mannen en vrouwen in wezen niet zo veel verschillen, zijn ze wel verschillend gesocialiseerd. Dat zit hem niet alleen in de duidelijke grote zaken als de verschillen tussen roze en blauw, maar juist overal heel onopvallend in alles de hele dag door.


Waar vrouwen voortdurend worden uitgenodigd om mooi en lief en jong te zijn daar worden mannen voortdurend uitgedaagd om zich te bewijzen in hun mannelijkheid. Dat gaat over reclames, kledingkeuzes, speelgoed, kamerinrichting, voorbeeldfuncties van politici en idolen, maar ook over de intonatie in wat iemand zegt als hij of zij een opmerking maakt tegen een man als: ”Kan jij niet rijden?!”. Implicerend dat je geen echte man bent want, een echte man kan immers rijden. Het zit ook in de verwachting van een partner die verwacht dat haar man haar beschermt tegen gevaar, zonder te laten merken dat hij zelf bang is. Het zit in zo veel grote maar vooral ook kleine dingen dat we ons er niet bewust van zijn, laat staan beseffen hoe bepalend het is. 


Deze rolverdeling is ook vastgelegd in- en wordt in stand gehouden door wet- en regelgeving, beleid en de inrichting van organisaties. Denk bijvoorbeeld aan inkomensverschillen tussen mannen en vrouwen en beperkt vaderschapsverlof. Dit draagt eraan bij dat zorg voor huishouden en kinderen nog altijd vooral een zaak is van vrouwen, waardoor vrouwen in relaties vaker een afhankelijke positie hebben en daardoor kwetsbaarder zijn voor geweld door hun partner. Tegelijkertijd worden mannen hierdoor in de positie van kostwinnaar en hoofd van het gezin geplaatst. Als mannen niet kunnen voldoen aan deze verantwoordelijkheid, kan dat een gevoel van falen oproepen. Het afwijken van deze normen wordt afgestraft: mannen die bijvoorbeeld meer voor hun kinderen willen zorgen worden gezien als minder

mannelijk en worden hierin vaak niet gefaciliteerd door bijvoorbeeld hun werkgever.

De man- en vrouw-box, de doos waar je als man of vrouw in hoort te passen, zijn idealen waar niemand volledig aan kan voldoen en het onvermogen om te voldoen aan deze idealen kan tot spanning in relaties leiden:


·   Over het algemeen hebben zowel mannen als vrouwen alle emoties en gevoelens. Door socialisatie hebben ze vaak verschillende uitingsvormen van die gevoelens. Mannen mogen immers niet huilen en vrouwen mogen niet boos zijn. Dit kan eraan bijdragen dat mannen eerder geneigd zijn tot het gebruiken van geweld in intieme relaties.


·     De meeste mannen zullen hun best doen om in de man-box te passen. Doordat maar heel weinig mannen in die box passen, hebben de meeste mannen last van minderwaardigheidsgevoelens, die er vervolgens niet mogen zijn. Zoals beschreven kan ‘mannelijkheid’ al zeer snel worden aangetast. Mannen kunnen niet altijd winnen, de sterkste zijn of een oplossing hebben voor alle problemen die ze in het leven tegen komen. Het onderdrukken van eigen gevoelens en emoties, of eigenschappen die niet in de man-box passen, maakt dat spanning opbouwt die dan weer op een ‘mannelijke’ manier ontladen moet worden.

Hoe pak je het aan

Als het gaat om huiselijk geweld is het van belang om eerst een goede inschatting te maken van het type pleger waar je mee te maken hebt.


Vaak is het daarvoor nodig om naar aanleiding van een melding eerst alleen met het slachtoffer te praten om een indruk te krijgen van de (on)veiligheid. Probeer een inschatting te maken door de indruk die je van haar hebt, de gewelddadige gebeurtenissen die er onlangs maar ook in het verleden zijn gebeurd, de onderlinge communicatie, de mate van angst, hoe lang het al aan de gang is, wie er op de hoogte is van het geweld, mate van isolatie etc.


Wanneer je het idee hebt van psychopathologie bij de pleger, vraagt dat vaak om veiligheidsinterventies. Dan is het zaak om eerst te organiseren dat vrouw en kinderen veilig zijn (opvang, aware, empowerment, etc.) 


Laat je bij je inschatting niet te snel imponeren door tatoeages of leren jasjes, dat zijn soms alleen hulpmiddelen om in de man-box te passen.


Bij plegers in het ‘normale spectrum’ kan onderstaande aanpak werken. Het doel is daarbij om mannen of plegers bewust te maken van de man-box zodat ze ervoor kunnen kiezen deze los te laten en de vrijheid te gaan ervaren om te zijn wie ze zijn. De vrijheid kan bijdragen aan een vermindering van stress, van niet voldoen aan een ideaal. Ook kan het ruimte bieden om andere rollen van mannelijkheid te bespreken die kunnen bijdragen aan het stoppen van het geweld. Zorgzame rollen zoals bijvoorbeeld vader, vriend, leraar, partner en verzorger. 

Aansluiten


Als hulpverlener is het belangrijk dat je weet wie je voor je hebt en dat je invoegt en je taalgebruik aanpast. De meeste mannen willen in de man-box passen en zullen zich dan ook opstellen als iemand die daarin past. Wanneer je het als hulpverlener dan over gevoelens en emoties hebt, kan dat weerstand oproepen. Heb het dus niet over ‘je hart luchten’ of over ‘hoe voel je je’, maar pas je taalgebruik aan en vraag iemand om ‘te vertellen’, of naar wat hij deed i.p.v. wat hij voelde.


Veel plegers willen zelf ook graag een fijne relatie zonder geweld, maar weten niet hoe ze zaken kunnen veranderen. Juist de spijt en schaamte over hun eigen gedrag maakt dat ze in de spiraal van geweld vastzitten. Zorg als hulpverlener er dan ook voor dat je niet veroordeelt, maar dat je juist erkenning geeft voor de positie waarin iemand zit door te begrijpen. ‘Betrokken bij geweld’ in plaats van ‘pleger of dader’ kan helpen om te tonen dat je open staat voor zijn verhaal. Uit onderzoek blijkt dat mannen/plegers zich vaak niet gehoord voelen door de hulpverlening. Ze starten dan een gesprek met het gevoel twee-nul achter te staan bij de hulpverlener.


Een collega maakt vaak gebruik van een metafoor: “Je stapt in een rivier, zwemt een beetje rond en voelt je goed. Dan merk je dat de stroming harder wordt, maar je kan er nog uit als je wilt en het is gewoon lekker in die rivier. Op een gegeven moment is de stroming zo hard geworden dat je merkt dat je de controle bent kwijtgeraakt en er niet meer uitkomt.”


Plegers herkennen zich hier vaak in en kunnen dan ook meteen toegeven dat zij inderdaad de controle kwijt waren/zijn.



Een metafoor ontschuldigt omdat het niet meer gaat om goed of fout, maar om het proces. Alternatieve oplossingen voor spanningen in de relatie kunnen besproken worden zonder dat de pleger schuld opbiecht.


Psycho-educatie

Een deel van de aanpak kan bestaan uit psycho-educatie over gender. Je kan hiervoor de oefening ‘man-box en vrouw-box’ doen. Dit betekent dat je vraagt wat de eigenschappen zijn van een echte man en wat de eigenschappen zijn van een echte vrouw. Maak daar twee rijen van in een vierkant (box). Dan stel je de vraag welke eigenschappen exclusief mannelijk en exclusief vrouwelijk zijn. Dan zal je er al snel op uit komen dat de meeste eigenschappen zowel bij vrouwen als bij mannen aanwezig zijn.


Dit kan als basis fungeren voor het gesprek over aan welke beelden iemand zelf probeert te voldoen en wat er met hem gebeurt wanneer hij er niet aan voldoet. Hoe reageert de omgeving, vrienden en familie, welke verwachtingen hebben mensen van elkaar etc.?


Je kunt hierbij het beeld van de man-box zoals hierboven getekend is gebruiken.

De psycho-educatie wordt steeds persoonlijker gemaakt door het vragen naar hoe zaken bij de client zelf werken. Duidelijk moet worden dat voldoen aan de man-box een eenzame solistische plek is, waarin je allerlei menselijke eigenschappen, die je ook hebt, steeds onderdrukt. Het onderdrukken van eigenschappen van jezelf geeft spanning en stress etc. Het is niet haalbaar om hier altijd aan te voldoen.



Een onderwerp dat ter sprake kan komen is vaderschap. Wat voor vader heb je gehad, hoe voelde je je daar als kind bij, wat voor vader wil je zijn, hoe wil je dat je kind zich bij je voelt. Wanneer duidelijk is geworden wat voor soort man iemand is en wat voor soort man (partner, vader) hij wil zijn, kan er gekeken worden wat ervoor nodig is om daar te komen. Dat varieert per persoon. Het kan zijn dat iemand tijd gaat steken in zijn geheime passie voor bloemschikken, het kan zijn dat iemand een gesprek met zijn vader gaat hebben etc.

Bovenstaande vorm van uitvragen kan goed worden gecombineerd met systeemgericht werken, podiummethodiek en of signs of safety. Omdat deze aanpakken zich richten op het horen van alle stemmen, de posities en machtsverhoudingen op basis van culturele waarden en het werken met het hele systeem.


Partner betrekken

Afhankelijk van de relatie en de stand van zaken in de relatie is het van belang de partner te betrekken bij de hulpverlening. Alleen het beëindigen van de liefdesrelatie en een scheiding betekenen niet altijd dat het geweld stopt.

Zowel de man als de vrouw bevestigen de man-box, maar ook de vrouw-box binnen de relatie door hun verwachtingen van elkaar en houden daarmee de situatie in stand. Dit moet op tafel komen om het patroon waar beide partners inzitten te doorbreken.



Kijk daarbij naar afhankelijkheid, communicatievormen, verwachtingen en uitingen van stress en emoties. Zorg dat zaken open en bespreekbaar zijn.

Instrumenten

·     Risicoscreening en vroegdiagnostiek (is een pilot)


·     Back on track

Meer links
Share by: