Wat is het

Kinderen die zeer kwetsbaar zijn, maar waarbij het juist extra lastig is om een goede inschatting en analyse te maken, zijn de zeer jonge kinderen.

Zij kunnen zelf niet praten, waardoor het voor mensen die niet geschoold zijn in ontwikkelingspatronen van kinderen, heel lastig is om signalen op te pakken.

 

Het jonge kind heeft ouders nodig om te overleven. Om op zo’n veilig mogelijke manier te overleven, gaan jonge kinderen zich automatisch afstemmen op hun ouders, of degene die voor hen zorgen. Ze pikken op hoe het met ouders gaat. 

Wanneer er sprake is van huiselijk geweld of stress bij ouders, pikken kinderen dit op. Baby’s en jonge peuters horen de ruzies en voelen de spanning. De wereld wordt hierdoor onvoorspelbaar en onveilig en dit veroorzaakt stress bij het kind. Dit geldt dus ook voor kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld en natuurlijk ook bij kinderen die zelf mishandeld worden.

De stress en onveiligheid zorgen ervoor dat het kind zich niet veilig kan hechten.

Het verloop van de hechtingsrelaties van een jong kind heeft echter heel veel invloed op de rest van zijn of haar leven. Een onveilige hechting zorgt voor veel en uiteenlopende problemen, ook op latere leeftijd.

  • Signalen

    Gedrag ouder


    • Afwenden van kindje

    • Weinig praten met kindje

    • Boos praten tegen kindje

    • Vlakke gezichtsuitdrukking

    • Weinig affectie tonen naar kindje

    • De zorg uit handen geven

    • De zorg niet uit handen kunnen geven

    • Het kindje bang maken

    • Abrupt uit het contact raken (dissociatie)

    • Regressie of terugval 

     

    Gedrag kind


    • Overmatig huilen

    • Onrustig bewegen

    • Snelle ademhaling

    • Hoofdje wegdraaien

    • Hoge spierspanning

    • Veel zuigen

    • Slecht drinken

    • Slecht slapen

    • Continu vastgehouden willen worden

    • Boos/lastig te kalmeren

    • Heel stil en bewegingsloos

    • Niet gericht op contact

  • Meer signalen

    Vechten Vluchten Bevriezen Baby Afzetten van de verzorger Fysieke onrust Gespannen spieren Vuistjes ballen Overstrekken Tegen zichzelf slaan Ontregeling in huilen Minder goed eten onverzadigbare baby’s Niet goed slapen Verhoogde alertheid Geen reactie op troost Trappen met beentjes Slap worden Niet meer aangeraakt willen worden Terugtrekken uit sociaalcontact bijvoorbeeld wegkijken hoofd wegdraaien lege blik Veel slapen Schrikreacties Verhoogde hartslag Extreme angst Verstoppen handen voor ogen gezicht onder deken of knuffel Stil liggen Episodes van dissociatie Verstarring Extreme (scheidings-)angst Lege blik moeilijk contact mee te krijgen niet reageren Niet eten niet groeien Peuter Slaan schoppen knijpen bijten gillen krijsen schreeuwen Spieren gespannen Heel hard werken Verhoogde prikkelbaarheid Afname concentratie Verhoogde alertheid Heftige driftbuien Eetproblemen Agressie-regulatieproblemen Weglopen Verstoppen onder plekken gaan zitten in eigen hoekje zitten Handen voor ogen Negeren van de stressor Wegduiken Klein maken Angst Verhoogde hartslag Hyperalert Niet willen eten (Angstige) fantasieverhalen Vermijding sociaal spel Clownesk Fantaseren Letterlijk stil staan Verstilling bij stress Passief Stijf van angst Verminderde geen exploratie Buikpijn Lege blik moeilijk contact mee te krijgen Niet reageren Regressie of terugval.


    Zie voor nog meer signalen ook:

    SignalenKaart

    Signaleringskaart_Meldcode__2019.pdf (rotterdam.nl)


  • Zwangerschap (NJI)

    Een zwangerschap zorgt voor een grote verandering in de meeste relaties. De dynamiek tussen partners verandert: naast geliefden worden ze ook ouders. Dit kan voor spanning in de relatie zorgen. Dat vergroot de kans op partnergeweld. 


    Maar ook een slecht leefpatroon tijdens de zwangerschap zoals alcohol en drugsgebruik en slechte eetgewoontes zijn een vorm van kindermishandeling.


    De opvoedgeschiedenis van ouders, de onveiligheid (trauma) die zij zelf hebben ervaren en de emotionele beschikbaarheid van hun eigen opvoeders, kunnen een trigger zijn die kan ontstaan tijdens en na de zwangerschap. Hechtingspatronen uit de eigen kindertijd worden weer geactiveerd en gaan een rol spelen. 


    Daarnaast kunnen gebeurtenissen en overtuigingen (ghosts) uit het verleden meespelen in de manier waarop een ouder de relatie met het kind vormgeeft. Zoals bijvoorbeeld een moeder die door haar ouders op jonge leeftijd in de steek werd gelaten en het allemaal zelf heeft moeten rooien, die vervolgens haar baby benadert op een manier die ervoor zou moeten zorgen dat het kind zelf onafhankelijk wordt van haar ouders. Er ontstaat dan weer een onveilige hechting omdat moeder met haar benadering emotioneel niet beschikbaar is.


  • Blauwe plekken (LECK)

    Blauwe plekken bij premobiele kinderen zijn abnormaal. 

  • Seksueel geweld

    Signalen van seksueel misbruik zijn lastig te herkennen bij deze groep, want naast dat deze kinderen nog niet praten, komt (abnormaal) gedrag vaak pas later naar voren. Veel signalen zijn aspecifiek zoals slaap of eetproblemen, nachtmerries en angst voor vreemden. Gedrag zoals het ontdekken van genitaliën zijn passend bij de leeftijd. Als dit niet stopt of obsessief wordt is dit van belang om mee te nemen. In een onderzoek naar seksueel misbruikte kinderen, liet 30% gedrag zien dat niet leeftijdsadequaat was, bij 70% was dit niet het geval.


    Er waren wel signalen zoals angst bij het verschonen en onbegrepen lichamelijke klachten.


    Zie verder informatie bij ‘Seksueel geweld’.


  • Shaken babysyndroom

    Het door elkaar schudden van een jong kind kan schade veroorzaken aan de hersenen, bloedvaten en zenuwen, met blijvend letsel of zelfs dood tot gevolg. Kinderen die lijden aan het shaken babysyndroom, blijken vijf tot twintig seconden door elkaar te zijn geschud en in de meeste gevallen minder dan veertig keer.

Wat doe je altijd

-       Je volgt de meldcode, (gedragswetenschapper, HG-deskundige, VTRR).

NB: Omdat het hier gaat om kinderen (die zelf niet kunnen communiceren) is het nog eens extra van belang dat je alle signalen die je ziet of hoort, beschrijft. Gebruik hierbij (als inspiratie) de verschillende signaleringskaarten, omdat daar zaken duidelijk worden genoemd en daar misschien signalen opstaan die je zelf niet had meegenomen. Zie kaarten via de links.

Zorg ervoor dat je objectief en letterlijk vastlegt wat je hoort en ziet, zonder interpretatie.

-       In geval van crisis, ook politie en/of CIT.

-       Je zoekt uit wie het gezag heeft.

-       Tenzij de veiligheid dit niet toelaat, ga je eerst je zorgen benoemen en bespreken met de ouders. Zij kunnen mogelijk uitleg geven over- inzicht geven in de triggers, patronen en dynamiek. Bovendien weten zij dan dat je gezien je zorgen, informatie gaat delen en met wie.


Mogelijk vervolg

Afhankelijk van wat er direct ten aanzien van de veiligheid moet gebeuren en afhankelijk van de problematiek, zijn er vervolgstappen.

-       Netwerkbijeenkomst

-       Veiligheidsplan

-       Herstelplan.

-       Je probeert via de Signs of Safety methodiek, opvoedondersteuning en of andere veiligheidsinterventies, de veiligheid terug te brengen.

-       In geval van crisis neem je contact op met het CIT.

-       Wanneer ouders niet mee willen werken of onmachtig zijn mee te werken aan een plan ten behoeve van de veiligheid van de kinderen, doe je een JBplein-melding.

Wat moet je in ieder geval weten, waar moet je op letten

 

  • De eerste zes maanden van zijn leven gaat een kind een veilige hechtingsrelatie opbouwen met zijn ouders. Wanneer een kind leert dat zijn omgeving onveilig is, bijvoorbeeld door huiselijk geweld, of door onvoorspelbare mishandelende ouders, krijgt het kind stress en ontstaan er hechtingsproblemen. Problemen tijdens de hechting kunnen ook op latere leeftijd voor grote problemen zorgen. Zowel mentaal, sociaal, psychisch als fysiek. Zaken als slecht zelfbeeld, moeite met het vertrouwen van anderen, gevoelig zijn voor stress, moeite hebben om situaties goed te interpreteren of te overzien, verslavingen, verlatings- en/of bindingsangst, weinig autonomie, relatieproblemen, faalangst, fobieën, nachtmerries, tandenknarsen, agressie, sub assertief gedrag, weerstand en hyperactiviteit en meer…

 

  • Een kind heeft zijn ouders nodig om te leren hoe hij om moet gaan met zijn gevoel en emoties. Het kan zijn eigen emoties nog niet reguleren. Zelfregulatie kan je van een kind onder de 5 – 7 jaar niet verwachten. Dat heeft te maken met de ontwikkeling van de hersenen en het opdoen van ervaring.
    Een ouder of volwassene kan een kind helpen door co-regulatie. Dat betekent dat een ouder goed kan zien en aanvoelen wat de behoeftes zijn van het kind en daar met steun en veiligheid op reageert.
    Daarvoor is het nodig dat een ouder rustig en bij zichzelf kan blijven wanneer een kind emoties ervaart. Zo kan hij het kind door de emoties heen helpen. Op die manier leert het kind op een veilige manier om zijn emoties zelf te reguleren
    Wanneer ouders zelf emotioneel worden, in paniek raken of boos worden van de emoties van een kind, bijvoorbeeld omdat het huilt, is dit voor een kind onveilig.

 

  • Mishandeling maar ook verwaarlozing heeft heel veel invloed op het brein bij jonge kinderen onder de 3. Het brein is in die periode nog volop aan het ontwikkelen, maar kan onderontwikkeld blijven door bijvoorbeeld ernstige verwaarlozing.
    Een vorm van verwaarlozing is emotionele verwaarlozing. De ouder negeert doorgaans vragen om hulp, aandacht, warmte en geruststelling, geeft geen aandacht, genegenheid, emotionele steun en bevestiging aan het kind en is in emotioneel opzicht niet beschikbaar voor het kind.

 

  • Ook de nasleep van de situatie heeft een grote impact op kinderen. Jonge kinderen begrijpen niet alles, er ontstaat een nieuwe onzekere situatie vanuit het oogpunt van het kind door mogelijk ingrijpen van hulpverleners en jeugdzorg.

 

  • Jonge kinderen doen nog veel na, zij gaan mee met wat ze zien en vinden dat normaal. Wanneer geweld en conflict het voorbeeld is…

 

Zwangerschap

Circa vijf tot acht procent van de vrouwen wordt tijdens de zwangerschap mishandeld. Dit is schadelijk voor de zwangere vrouw én het ongeboren kind. Een kind loopt een verhoogde kans op fysieke schade, groeivertraging en vroeggeboorte, maar loopt ook het risico om later zelf mishandeld of verwaarloosd te worden. De meeste meldingen bij Veilig Thuis gaan over kinderen jonger dan 3 jaar. De meeste vrouwen die tijdens de zwangerschap met partnergeweld te maken krijgen, waren hier ook vóór de zwangerschap al de dupe van.

Het gedrag van plegers kan tijdens de zwangerschap veranderen. Sommige plegers richten het geweld specifiek op de buik of genitaliën van de zwangere vrouw. Anderen gaan over op psychisch geweld om het kind niet lichamelijk te schaden. Extra kwetsbare groepen zijn jonge stellen die kort bij elkaar zijn en stellen bij wie de zwangerschap ongewenst is. Tijdig onderkennen van partnergeweld is noodzakelijk.

Partnergeweld is ook één van de prenatale signalen en risico’s op kindermishandeling die het NCJ aangeeft.

Andere signalen zijn: Ervaringen van de zwangere met kindermishandeling in haar eigen jeugd, depressie tijdens de zwangerschap en daarna (postnatale depressie), vijandigheid jegens het ongeboren kind en roken, alcohol- of drugsgebruik.

 

Blauwe plekken (LECK)

Wanneer je blauw plekken ziet bij een baby of een zeer jong kind, let er dan op of er clustering of een patroon te zien is. Bij blauwe plekken op buik, borstkas of specifieke vorm (zoals riemafdruk) moet meteen de medische hulp ingeschakeld worden.

Blauwe plekken kunnen een aanwijzing zijn voor ernstiger letsel.

Maak altijd foto’s van de blauwe plekken of wonden. Voor medische duiding schakel het LECK in, voor inschatten veiligheid VT

 

Shaken babysyndroom

Het shaken babysyndroom komt voornamelijk voor bij kinderen jonger dan 2 jaar. De kans op letsel als gevolg van het schudden is het grootst bij baby’s tot ongeveer 1 jaar. 

Aanhoudende stress of een paniekreactie zijn de belangrijkste redenen waardoor ouders of verzorgers soms hun kind door elkaar schudden. Als een baby maar blijft huilen en het lukt ouders of verzorgers niet om het te troosten of te kalmeren, dan kunnen zij zich machteloos of boos voelen. In hun wanhoop schudden ze het kind soms door elkaar om het stil te krijgen. Veel ouders of verzorgers realiseren zich niet hoe gevaarlijk het schudden is. Soms is het ook een reactie van ouders wanneer ze denken dat een kind stikt in voedsel.

Er zijn veel signalen die kunnen duiden op het shaken babysyndroom. Soms komen jonge kinderen op de eerste hulp terecht met bijvoorbeeld bewusteloosheid of coma. Maar ook andere symptomen zoals gebrek aan eetlust, braken, moeite met ademhalen, toename van de schedelomtrek, verminderde spierspanning, blauwe plekken of tekenen van een breuk kunnen signalen zijn van het shaken babysyndroom. Wanneer er verder medisch onderzoek gedaan wordt, kan blijken dat er bloedingen zijn zoals een subdurale bloeding of een netvliesbloeding.

Vaak zijn er niet meteen signalen zichtbaar, maar deze kunnen uren na het schudden ontstaan. Ongeveer een kwart van de geschudde baby’s overlijdt aan de gevolgen hiervan. Van de kinderen die overleven heeft zo’n 80 % levenslang last van de gevolgen van het schudden. Langetermijngevolgen kunnen fysieke beperkingen zoals doofheid, blindheid en epileptische aanvallen, verstandelijke beperkingen, leer- en gedragsproblemen, taal- en spraakproblemen en ontwikkelingsachterstanden zijn.



Hoe pak je het aan

(Zie ook informatie onder ‘Kindermishandeling’.)

 

Wanneer je signalen ziet of krijgt van een onveilige situatie waarin zeer jonge kinderen verblijven, overleg dan altijd met je gedragswetenschapper.

NB: Hulpverlening om en voor het jonge kind is een specialisatie.

 

Analyse

Omdat de eerste zes maanden van een kind bepalend kunnen zijn voor de rest van zijn leven, is het van belang dat het geweld en de onveilige situatie per onmiddellijk stopt. Of en op welke manier dit mogelijk is hangt allereerst af van je analyse van de situatie. Hoe zit het huiselijk geweld of de kindermishandeling in elkaar en wat is daarbij de aanpak. Zie hiervoor de informatie die je kunt vinden bij andere vormen van HGKM.

Daarbij moet een goede analyse gemaakt worden van het gedrag van zowel ouders als het kind (de kinderen). Maar ook van de interactie tussen ouders en kind. Wanneer je hier zelf geen ervaring of opleiding in hebt, zorg dan dat je iemand meeneemt die gespecialiseerd is in het jonge kind. Bijvoorbeeld een collega die getraind is in IMH (infant mental health).

 

Psycho-educatie

Een interventie die mogelijk zou kunnen helpen om de ouders mee te krijgen in het besef dat het belang van veiligheid voor de kinderen heel groot is, kan psycho-educatie zijn.

Mensen kunnen denken dat kinderen veerkracht hebben, dingen niet meekrijgen of toch alles vergeten omdat ze nog zo jong zijn. Psycho-educatie over hechting, opvoedingsband en risico’s kan voor sommige mensen een zetje zijn om een ander keuze te maken. De cirkels van veiligheid kunnen hierbij ondersteunend zijn.

Ook hiervoor zou je een collega met IMH-training kunnen vragen, die aan de slag kan gaan met een kortdurende interventie om ouders op een andere manier naar hun kind en hun rol als opvoeder te leren kijken.

 

Kind niet vergeten

Wanneer er een veilige situatie is gecreëerd, zorg dan dat bekeken wordt hoe het met het kind is gesteld.

Vaak wordt er hulp of therapie voor de ouder(s) ingezet maar worden jonge kinderen helaas nog te weinig betrokken in dit proces. Signaleren van bijzonder gedrag of ontwikkelingspatronen zijn in dit stadium dan van groot belang. Zo vroeg mogelijk interveniëren geeft de beste kansen voor het kind. Juist omdat ze nog veel kunnen herstellen in de periode van vroege kind-ontwikkeling kan er ook nog veel aan ‘reparatie’ worden gedaan. In de hechtingsrelaties maar ook in traumaverwerking.

Er zijn verschillende vormen van behandelingen of interventies die kunnen helpen bij kinderen die te maken hebben (gehad) met HGKM.

-    Laagdrempelig; interventies zoals ‘Als ik kon toveren’ voor kinderen van 3 tot 6 jaar (Avant Sanare)

-    Pre verbale trauma behandelingen: EMDR, ouder en kind traumatherapie of speltherapie

-    Interventies gericht op hechting en trauma: Basic Trust, Theraplay, ouder baby interventie (Indigo)

-     IMH-poli (Youz/Yulius) waar verschillende methodes of behandelingen kunnen worden ingezet gericht op herstel van het gehele gezin

 

Zwangerschap

Als er tijdens de zwangerschap al vermoedens zijn- of sprake is van HGKM, zorg dan eerst dat er een veilige situatie wordt gecreëerd?

Zodra die er is, is het van belang dat zorgverleners uit de geboortezorg van de situatie op de hoogte zijn. Zo kunnen zij snel ingrijpen wanneer er nieuwe signalen of zorgen ontstaan. Daarnaast kunnen zij signaleren in de gaten houden zoals hoe het gaat met de groei van het kindje (in de buik en daarbuiten) en de hechtingsrelatie tussen ouder en kind.

Belangrijk is om te weten dat een traumabehandeling vaak niet bij de zwangere vrouw wordt gedaan omdat dit meer stress kan opleveren. Er is een ontwikkeling gaande dat hier nader naar wordt gekeken.

Psycho educatie tijdens de zwangerschap is prima en kan wel.

Wanneer er meerdere stressoren zijn in het gezin kan in Rotterdam de hulp van ‘Moeders van Rotterdam’ worden ingezet, zij bieden ondersteuning op meerdere leefgebieden en hebben een signalerende functie bij de mensen thuis achter de voordeur. Zij kunnen ook opschalen wanneer er meer hulp nodig is rondom onveiligheid. 

Bedenk: “Minder stress is minder risico op HGKM en een betere hechtingsrelatie.”

Instrumenten

 Om een goede analyse te maken zijn er verschillende instrumenten:

-       Van Wiechen Schema (CJG)

-       Kijkobservaties bij de peuterspeelzaal

-       ACE (advanced child experiences)

-       Signaleringskaarten

-       Zie ook de informatiekaart van het babykenniscentrum die extra informatie kan geven doordat daar ook de gevoelens van ouders, kind en hulpverlener worden genoemd.

 

Cursus ‘Als ik kon toveren’ voor kinderen van 3 tot 6 jaar. 

 

Van Wiechenkenmerken - NCJ

Hechting - NCJ

Babykennis| Nascholing en behandeling Infant Mental Health (IMH)

Een neurobiologisch perspectief op hechtingsproblematiek (wij-leren.nl)

 

Boeken

Kiekeboem, Hulp aan het jonge kind dat opgroeit in stress en geweld, Yael Meijer

Handboek Infant Mental Health, inleiding in de ouder-kind behandeling

 

Share by: